Help mee!


Toegankelijk winkelen

In winkels waar je persoonlijk wordt geholpen, zijn blinden en slechtzienden klanten als ieder ander. De moeilijkheden ontstaan in zelfbedieningszaken, zoals bouwmarkten, tuincentra en drogisterijen. En supermarkten. Maar met digitale hulpmiddelen, training en een portie eigen initiatief zijn ook die hordes goed te nemen, stellen Amy, Hermine en Wim.

door John van Enckevort | foto’s John Smits en Boyd Brian Smith

Het liefste komen Wim (blind) en Hermine (slechtziend) Pierik bij de bakker en de slager wanneer ze boodschappen gaan doen. Daar gaat het op volgorde van binnenkomst en kun je gewoon zeggen wat je wil hebben. In de supermarkt moet je het allemaal zelf uitzoeken. En dat lukt hen niet: “Hier in Grave loopt een van ons tweeën - diegene die in die week supermarktcorvee heeft – altijd rechtstreeks naar de informatiebalie”, zegt Hermine. “Daar vragen we of er iemand mee kan lopen. Dat is bijvoorbeeld een vakkenvuller, of iemand van de broodafdeling. Die pakt dan de producten voor ons uit de schappen. Dat gaat meestal prima, als de helpende persoon tenminste de winkel goed kent.” Terwijl Hermine vertelt, is Wim ondertussen even weggelopen. Hij keert terug met een groen hesje met de tekst ‘Ik zie je niet, houd jij afstand’, wat beiden sinds de coronatijd altijd dragen tijdens het winkelen. Zich kenbaar maken als slechtziend of blind, daar hebben Wim en Hermine geen moeite mee. Dat geldt wat minder voor Amy Bermon (25) uit Breda. Sinds vier jaar is ze slechtziend. Vaak doet ze boodschappen samen met haar moeder, maar in d’r eentje is ook geen probleem. “Zelfstandig blijven is voor mij heel erg belangrijk. In eerste instantie probeer ik zonder hulp mijn boodschappen in de supermarkt te doen.” Amy heeft een stok bij zich, maar wordt desondanks niet altijd als slechtziende herkend wanneer ze personeel of een medeklant aanspreekt. “Iemand maakt dan bijvoorbeeld alleen even met z’n hoofd een beweging. Tja, dan weet ik natuurlijk nog niets.” Extra moeilijk werd het nog voor Amy toen ze een strikt glutenvrij dieet volgde. “Om niet ziek te worden, moet je op elke verpakking gaan zoeken of er gluten in zitten. Daar heb ik dan altijd hulp bij nodig, als mijn moeder niet mee is.”

Amy Bermon

Etiketten

Voor hulp bij zelfstandig winkelen kunnen blinden en slechtzienden aankloppen bij Koninklijke Visio. Van het lopen van de route naar een bepaalde winkel, tot alle verschillende aspecten in de winkels zelf: wat ligt waar, hoe moet je betalen, hoe werken zelfkassa’s, et cetera. In de supermarkt is een doosje champignons zo gepakt, blinden en slechtzienden hebben vooral hulp nodig bij het controleren van de prijs, het lezen van de etiketten voor de ingrediënten en het vinden van de houdbaarheidsdatum. Timon van Hasselt, adviseur digitale toegankelijkheid bij Visio: “Er zijn apps beschikbaar die helpen met het herkennen van producten. Je maakt een foto van het product, en de app gaat zoeken. Tegenwoordig kunnen zulke apps al 90 tot 95 procent van alle producten identificeren.”

Stempel

De houdbaarheidsdatum is ingewikkelder, weet Timon: “Die staat niet standaard op dezelfde plek en bovendien is het vaak een soort stempel die niet echt duidelijk is. Dat zou beter moeten. En dat kan ook, die houdbaarheidsdatum staat vanzelfsprekend geregistreerd. Van elk product zijn ontzettend veel gegevens bekend. Dat bleek bijvoorbeeld tijdens de fipronil-affaire in 2017. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kon toen via de code op elk individueel ei aangeven of het een te hoog fipronilgehalte had. In de regel zijn deze data echter niet beschikbaar voor de consument.” De relatief kleine groep blinden en slechtzienden is niet bij machte om daar eigenhandig verandering in te brengen. “Maar er zijn veel meer consumenten die deze informatie graag willen hebben. Zoals veganisten, en iedereen met een allergie of voedselintolerantie. Bij elkaar opgeteld ontstaat dan wel een sterke lobby waar bedrijven en ondernemingen naar gaan luisteren.”

Online bestellen

Een andere optie is online boodschappen bestellen, dat kan tegenwoordig bijna in heel Nederland. Hermine en Wim zijn er geen voorstander van. “Op de eerste plaats mis je dan het contact en het praatje met mensen die je onderweg of in de supermarkt tegenkomt”, zegt Hermine. Wim voegt daar nog een praktisch obstakel aan toe. “Je moet dan voor een bepaald bedrag aan boodschappen bestellen. Anders moet je bijbetalen. Dat betekent dat we in een keer erg veel producten in huis hebben. Zoveel dat we bijvoorbeeld onze koelkast niet goed en overzichtelijk kunnen inruimen, “Toen ik net slechtziend was, heeft mijn moeder goed bij me ingeprent om het altijd te vragen wanneer ik iets niet kon vinden”, vertelt Amy. “Zij stuurde me steeds opnieuw terug naar de winkel wanneer ik het verkeerde product had meegenomen omdat ik dat dus niét gedaan had.” Steeds weer anderen om hulp moeten vragen, het is voor de meeste blinden en slechtzienden nu eenmaal geen hobby. Daarom gaat iedereen al altijd goed voorbereid, met een boodschappenlijstje dus, op pad. Het is aan de zich snel ontwikkelende technologie om, misschien wel eerder dan gedacht, ook die laatste hulpvragen overbodig te maken. zonder dat we daar hulp bij krijgen.”


Waardeert u de artikelen uit de Stem? Steun ons met uw bijdrage: Help mee


Wim en Hermine Pierik
Deze website is drempelvrij