Sept 2024 Corné Verschuren | Foto's Ron Magielse
Vriendinnen voor het leven zijn het: Corrie van Veldhuizen (77) en Mariet Brekhof (74). Beiden waren in 1964 samen met acht andere jonge vrouwen de eerste bewoners van de Blauwe Kamer in Breda. Een zorginstelling voor mensen met een visuele en verstandelijke beperking. In juni bestond de Blauwe Kamer 60 jaar. Goede reden om bij de hartsvriendinnen op de koffie te gaan om eens lekker te gaan keuvelen over vroeger. En als het duo eenmaal begint met praten …
Even terug in de tijd. In 1941 werd in opdracht van Anna Tydeman in het Markdal in Breda een ‘landhuis met koetshuis in Engelse stijl’ gebouwd. Het landhuis kreeg de naam: de Blauwe Kamer. Toen in 1963 mevrouw Tydeman overleed, werd het landgoed verkocht aan de stichting Samivoz. Deze stichting besloot er een woonvoorziening voor mensen met een visuele en verstandelijke beperking van te maken.
Een viertal nonnen (van de congregatie van Franciscanessen) krijgt onder leiding van zuster Mariëtta deze woonvoorziening onder zich. Tien jonge vrouwen zijn de eerste bewoners die in juni 1964 hun intrek nemen in de villa.
Vriendschap
Daar begint ook de vriendschap van Corrie en Mariet. Beide vrouwen zijn blind geboren, vertellen ze. “In het begin sliepen we in de Broodkamer van de villa op het terrein van de Blauwe Kamer. Iedereen sliep met z’n tweeën op een kamer. Ik had een opklapbed”, vertelt Mariet. In hoog tempo noemt ze haar acht medebewoners: van Joke Poelmans tot Jeanne Ossenblok. Het geheugen heeft Mariet nog niet in de steek gelaten.
Corrie lag op een van de andere kamers in de villa. “We moesten al om half zeven naar bed. Dat vonden we veel en veel te vroeg. Soms zaten we al om vier uur gewassen en wel klaar om naar bed te gaan. Zuster Mariëtta was erg streng. Zodra we op bed lagen moesten we stil zijn. Daar stond de zuster op.” Uit verveling haalde Corrie weleens kattenkwaad uit door expres in bed te gaan praten. “Dat vond de zuster absoluut niet leuk”, lacht Corrie. Mariet herinnerde zich nog de geur van de villa. “Een bijzondere geur. Dat was wel even wennen”, vertelt ze.
Luisteren naar de radio
Het wennen ging ook op voor de zusters Josepha, Hyacinta, Petronella, Engelien en Mariëtta. In de eerste jaren was er nog geen school of iets van dagbesteding. “We luisterden naar de radio. Met plastic bouwstenen bouwden we huizen, kastelen en torens. Er werden ook andere spelletjes gedaan en er werd veel gezongen”, herinnert Mariet zich. “We dronken nooit koffie, altijd thee”, vult Corrie aan.
Al in de beginjaren werd aandacht besteed aan zelfstandigheid. Bewoners leerden zichzelf te verzorgen. “Elke avond werd een rozenhoedje gebeden. Tien weesgegroetjes en een Onze Vader”, legt Mariet uit.
“Op zondag gingen we naar de kerk. Die kerk was eerst in het kantoor van de villa. Later was de kerk in tijdelijke houten huisjes op het terrein van de Blauwe Kamer. We zaten op harde houten banken”, herinnert Corrie zich.
Belevenismissen
Tegenwoordig worden in het Ontmoetingscentrum aan de Galderseweg missen gehouden. “Het zijn belevingsmissen geworden. Daarbij wordt een verhaal verteld. Ook komen allerlei voorwerpen voorbij die gevoeld kunnen worden. Zoals pluchen poppen of stenen. Bij die belevenismissen wordt soms ook muziek gemaakt”, vertelt Corrie. Mariet veert op. “Op gehoor kan ik alles meespelen met mijn melodica.”
Eind jaren zestig werden op het terrein tijdelijk houten huisjes gebouwd in afwachting van permanente (school)gebouwen. “In de houten gebouwen werden kerkdiensten gehouden en gymnastieklessen gegeven en in het ‘Honk’ werd gekookt.”
Corrie en Mariet, al zestig jaar hartsvriendinnen
Paviljoens
De houten huisjes maakten plaats voor drie paviljoens. Corrie vertolkte in 1983 nog een belangrijk rol. “Bij de start van de bouw van de drie paviljoens op het terrein mocht ik de eerste steen leggen. Ik heb een (braille)verhaal voorgelezen, de inhoud weet ik niet precies meer. Ik heb zelf nog in het Rozenpaviljoen gewoond.”
Eén anekdote willen Corrie en Mariet nog wel kwijt over zuster Marriëtta. “De zuster bewaarde alles. Zo gooide ze geen plastic weg en alles werd hergebruikt. Van plastic tasjes maakte ze zelfs broeken.”
Dagbesteding
Voor de dagbesteding blijft Corrie tegenwoordig op de locatie Valkenierslaan. Mariet blijft hier twee dagen per week. De andere drie dagen gaat ze met de taxi naar de Blauwe Kamer. Mariet: “Ik draai moertjes en ringetjes op waterleidingsystemen.” Corrie doet het tegenwoordig wat rustiger aan. “Ik maak met crêpepapier bloemen en daar maak ik schilderijen of wenskaarten van.” Mariet en Corrie gaan nog steeds graag op bezoek bij de Blauwe Kamer aan de Galderseweg of nemen deel aan activiteiten op het terrein.
Corrie en Mariet werden op 10 juni jl. verrast. Directeur Erik van Ginhoven kwam speciaal een bloementje aanbieden ter ere van de 60ste verjaardag van de Blauwe Kamer. Maar ook omdat Corrie en Mariet al zestig jaar dikke vriendinnen zijn. Daar bleef het niet bij. De dames kregen ook nog een waardebon om eens lekker te gaan winkelen en lunchen. Tot slot nog een gewetensvraag aan Corrie en Mariet. Het verschil tussen nu en vroeger op de Blauwe Kamer? “Toen was het veel strenger en alles was strak geregeld. Nu is het veel losser. Dat is fijner.”
Werkt uw organisatie voor blinde en slechtziende mensen? Dan kunt u bij ons een subsidie aanvragen.
Wilt u ons werk ondersteunen? Kijk hier op welke verschillende manieren dan kan.
Katholieke Stichting voor Blinden en Slechtzienden
Postbus 50, 5360 AB Grave
T 06 51 63 69 27
info@ksbs.nl