NEC speelt in shirts met braille

N.E.C. wil dat alle fans kunnen genieten van voetbal. De Blindentribune maakt het al tien jaar mogelijk dat slechtzienden en blinden kunnen genieten van het voetbalspektakel in het Goffertstadion. Tijdens de wedstrijd tegen Heracles Almelo viert de Blindentribune haar 10-jarig jubileum. De spelers van N.E.C. zullen eenmalig spelen in speciale brailleshirts.

Om het jubileum te vieren en de Blindentribune onder de aandacht te brengen, voetballen de spelers van het eerste elftal tegen Heracles Almelo in speciale brailleshirts. Na afloop van de wedstrijd worden de shirts geveild. De opbrengst van de veiling gaat naar Koninklijke Visio, een expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen.

Met het geld wil Visio onder meer speciale ballen en doeltjes kopen voor de school in Grave, zegt schoolleider Jeanine Petronilia. Het gaat om onder meer zogenoemde rinkelballen en contrastballen, en doeltjes die ervoor zorgen dat de bal in de buurt blijft ook al wordt die naast geschoten. De shirts worden waarschijnlijk geveild kort voor of na een speciale sportdag in het voorjaar.

Dat NEC zelf met het idee kwam speciale aandacht aan de blindentribune te schenken, is ‘echt een top-actie’, zegt ze. "Net als met die actie van chocoladeletters in braille zorgt het ervoor dat er aandacht is voor mensen met een visuele beperking. Ik dacht meteen: zoveel mensen gaan dit zien, gaan horen hoe belangrijk dit is. Dat je op deze manier meedoen in de maatschappij mogelijk maakt. Dat een club als NEC er aan denkt dat het nu precies tien jaar is: hoe goed is dat.”

Gelijk enthousiast
De blindentribune van NEC werd in februari 2014 in gebruik genomen bij een wedstrijd tegen NAC (1-1), op initiatief van Visio. De supporters die de eerste wedstrijd op de tribune beleefden, waren gelijk enthousiast.
"Heel af en toe ging ik met mijn zoon mee naar NEC”, zei een van hen tegen een verslaggever van De Gelderlander. "De sfeer is dan leuk, maar van de wedstrijd krijg ik niets mee. Nu kan ik het echt volgen. Ik voel de kou, hoor de reactie van het publiek.”

(bron: De Gelderlander)