Maart 2024
Al meer dan 20 jaar geef ik voorlichting en gastlessen op vooral scholen. Dit varieert van het basisonderwijs tot beroepsopleidingen. Hierdoor heb ik te maken met heel uiteenlopende leeftijdsgroepen en dat maakt zo'n gastles telkens uniek.
Kinderen in groep vier vertel ik meer over de praktische kant van het leven met een visuele handicap, je ziet het ook terug aan de vragen die ze stellen. Zij vragen zich bijvoorbeeld af hoe ik mijn veters strik. Als ik het ter plekke voordoe gaan sommige kinderen het spontaan zelf, met hun ogen dicht, proberen! Leerlingen in het voortgezet onderwijs zijn met andere dingen bezig en willen bijvoorbeeld weten hoe en met wie ik kleding koop. Maar ook hoe ik weet wat ik aantrek en wat bij elkaar past. Of ik in mijn dromen kan zien. Of ik moeite heb met mensen vertrouwen en of ik zien mis.
Sinds een jaar of tien geef ik gastlessen tijdens ‘De dag van de Ervaringsdeskundige’, georganiseerd door het ROC, afdeling Zorg & Welzijn. Deze studenten leren voor doktersassistent, tandartsassistent en dergelijke. Vanzelfsprekend besteed ik aandacht aan hun toekomstig beroep en hoe zij in de praktijk om kunnen gaan met patiënten met een visuele handicap.
Daar wordt met belangstelling naar geluisterd maar meer nog zijn ze in heel andere dingen geïnteresseerd! Tijdens die uurtjes wordt de ene na de andere vraag op me afgevuurd die ik zo goed mogelijk probeer te beantwoorden. Soms stel ik een wedervraag, om te toetsen of ze zelf een idee hebben of om ze aan het denken te zetten. Dat levert vaak leuke gesprekken op.
Wat ik echter niet weet is óf en hoe hun beeld is veranderd door mijn komst. Op een dag kreeg ik dit inkijkje wel. In de tussentijd kwam ik namelijk ook een paar keer in de klas bij een van de docenten van het ROC als zij oogheelkunde behandelde. Zij vroeg of ik het leuk vond de verslagen van de studenten te lezen, die ze geschreven hadden naar aanleiding van mijn bezoek. Ik vond ze verrassend, soms ontroerend. Er bleek een groot verschil te zijn in hoe mijn woorden worden opgevat. De een zegt: ‘Kim doet wat ze kan, wil zoveel mogelijk zelfstandig zijn en onafhankelijk blijven.’ Een ander zegt: ‘Ik dacht dat je compleet afhankelijk bent van anderen als je blind bent maar Kim heeft het tegendeel bewezen.’ Maar weer een ander vindt me toch best zielig. Zo zou ik heel afhankelijk zijn van mijn man want hij doet immers de boodschappen, omdat ik dat niet kan! Ik moest er best om lachen, maar het schetst ook een onrealistisch beeld.
Ik ontdekte dat mijn woorden af en toe verkeerd geïnterpreteerd werden. Voor mij een les om in het vervolg te kijken hoe ik hierin verandering kan brengen. Maar ik heb en houd er veel plezier in zodat ik zeker door blijf gaan met de gastlessen!
Werkt uw organisatie voor blinde en slechtziende mensen? Dan kunt u bij ons een subsidie aanvragen.
Wilt u ons werk ondersteunen? Kijk hier op welke verschillende manieren dan kan.
Katholieke Stichting voor Blinden en Slechtzienden
Postbus 50, 5360 AB Grave
T 06 51 63 69 27
info@ksbs.nl