Door Truus Rutter
Er zijn in ons land ruim vierduizend mensen die lijden aan retinitis pigmentosa, een lastige oogziekte waardoor je onder andere moeilijk in het donker kunt zien. Vooral in de wintermaanden, wanneer het vroeg donker is, kan dit een ramp zijn voor mensen die moeten reizen of andere bezigheden buitenshuis hebben. Zo’n tien jaar geleden is men in de instellingen voor blinden en slechtzienden begonnen met het experimenteren met zogenoemde nachtzichtbrillen. Dr. Dyonne Hartong heeft, in samenwerking met medewerkers van Visio, uitgebreid onderzoek gedaan naar het gebruik van deze brillen door patiënten met retinitis pigmentosa en vooral naar het effect van de bril op het dagelijks leven. Zij is erop gepromoveerd en ontving voor haar onderzoek de Dondersprijs. Projectleider van het onderzoek was Bart Melis-Dankers, videoloog bij Visio. Herman Talsma werkte er als klinisch fysicus aan mee. Ook nu adviseert hij mensen die overwegen zo’n bril aan te schaffen. Met hem praten we over de resultaten van het onderzoek en de huidige mogelijkheden.
Hoe functioneert een nachtzichtbril?
Stel je een bril voor met een ingebouwde piepkleine zeer lichtgevoelige camera die het beeld op twee displays projecteert. Je kijkt dan tegen de binnenkant van je ‘glazen’ aan en ziet in zwart-wit datgene wat door de camera opgenomen wordt. Zo’n bril heeft ook enkele ingebouwde infrarode lampjes die het beeld beter zichtbaar maken. Als je op het internet naar nachtbrillen zoekt, kom je exemplaren tegen die bijvoorbeeld gele glazen hebben waardoor mensen wat minder last van licht en schitteringen in het donker hebben. Over die laatste brillen hebben wij het hier niet. Wij houden ons bezig met zichtverbetering voor mensen die echt weinig tot niets zien door een ernstige oogaandoening.
Kunnen zulke mensen dan niet beter een goede zaklamp aanschaffen?
Voor sommigen is dat zeker een oplossing - bij onze testen en trainingen hebben we daarmee gewerkt - maar het is niet de beste oplossing voor iedereen. Een gewone zaklamp is overigens niet geschikt. Die geeft voor deze mensen echt te weinig licht. Bovendien schijnt het dat je in sommige gemeenten op bepaalde tijden van de nacht geen zaklamp mag gebruiken.
Hoe donker moet het zijn om profijt van een nachtzichtbril te hebben?
De meeste mensen die last hebben kunnen redelijk zien bij straatverlichting. Dan heb je zo’n bril dus niet nodig. Maar wij werden bijvoorbeeld benaderd door een student die in een dorp in het noorden van het land woonde. Als hij ’s avonds uit de bus stapte moest hij tot thuis een onverlicht traject afleggen. Hij heeft nu een nachtzichtbril en komt moeiteloos thuis. Er zijn slechtziende mensen die, nu ze zo’n bril hebben, ’s avonds niet meer van een taxi afhankelijk zijn of die bijvoorbeeld weer kunnen gaan kamperen.
Is een training belangrijk?
Ja, de training is belangrijk omdat we dan kunnen werken met verschillende typen brillen. Je moet er mee leren omgaan en goed kunnen vergelijken wat het beste bij je past. Je moet er ook aan wennen.
Wat kunt u vertellen over het promotieonderzoek?
Aan het promotieonderzoek van dr. Hartong namen destijds twintig nachtblinde personen deel. We deden metingen van de loopsnelheid en het aantal botsingen met en zonder bril. Daarnaast konden de deelnemers de bril ook vijf weken thuis, in hun eigen omgeving gebruiken. Hun ervaringen noteerden ze in dagboekjes. In goed verlichte winkelstraten liepen de mensen zonder bril al bijna op volle snelheid en zonder dat ze tegen objecten botsten, maar in een donkere steeg liepen ze met en zonder bril op minder dan de helft van hun normale snelheid. Mét de bril hadden ze echter veel minder botsingen.
Het belangrijkste resultaat zagen we in de woonwijken. Zonder de bril liepen de deelnemers daar op zestig procent van hun normale snelheid en waren er veel botsingen. Met de bril liepen ze vijftien tot twintig procent sneller en het aantal botsingen daalde tot nul.
Wat was de conclusie van het rapport?
Dat de nachtzichtbril de oriëntatie op straat duidelijk verbetert door een opvallende stijging van de loopsnelheid en een maximale daling van het aantal botsingen. Dat de bril niet nodig is in een goed verlichte omgeving en dat een training van twee tot drie weken over het algemeen voldoende is om te kunnen bepalen of de bril een nuttig hulpmiddel is.
Wat vonden de deelnemers er zelf van?
De meesten vonden het geweldig. Voor oriëntatie, herkenning en gevoelens van ontspanning en veiligheid konden ze een cijfer geven tussen 1 en 10. Ze gaven gemiddeld een 9. Sommigen vertelden dat ze voor het eerst sinds jaren weer alleen ’s avonds naar buiten waren geweest.
Welk type bril is het meest geschikt?
Dat is erg afhankelijk van wat iemand precies wil en wat het prettigst is. Ook sinds ons onderzoek is er alweer het een en ander veranderd. Er komen nieuwe modellen en mogelijkheden op de markten. Een groot voordeel van de nieuwere modellen is dat ze al wat minder zwaar zijn dan de prototypes. Ook veranderen of verbeteren we bepaalde dingen zelf.
Is zo’n bril duur en wordt deze vergoed?
De bril die we bij ons onderzoek gebruikten, kost € 3500. Dat is veel geld. De hoge kosten worden veroorzaakt door de hoge resolutie en een grotere beeldhoek. Dat laatste is belangrijk want anders heb je een soort tunnelvisus en dat kan gevaarlijk zijn. Ook moet het beeld 1:1 zijn. Als alles om je heen groter of kleiner lijkt dan het is, is het ook niet optimaal. Momenteel heb je al videobrillen voor € 600. Die proberen we aan te passen door er een kleine camera op te zetten. Binnenkort gaan we daar in alle regionale centra van Visio mee experimenteren. De brillen worden zelden door zorgverzekeraars vergoed en dat is heel vervelend want het is een bewezen adequaat hulpmiddel.
Uit: De Stem van Grave, december 2012
Werkt uw organisatie voor blinde en slechtziende mensen? Dan kunt u bij ons een subsidie aanvragen.
Wilt u ons werk ondersteunen? Kijk hier op welke verschillende manieren dan kan.
Katholieke Stichting voor Blinden en Slechtzienden
Postbus 50, 5360 AB Grave
T 06 51 63 69 27
info@ksbs.nl